donderdag 8 februari 2007

Het schaakbord



Over het schaakbord zelf bestaan er niet zo veel schaaklessen. Heel het schaakspel lijkt zich af te spelen rond de loop van de stukken, maar het geeft vaak nieuwe inzichten om het ook eens vanuit het bord te bekijken.
Net zoals iedereen die tekenles heeft gevolgd geleerd heeft dat soms een veel betere tekening ontstaat door niet de objecten zelf te tekenen maar door de negatieve ruimte in te vullen, zo kan dat ook het geval zijn bij het schaken.

Toch houdt het bij de schaaklessen over het schaakbord vaak op bij het benoemen van de velden. Dat is jammer, want juist het denken vanuit het bord draagt bij tot het vormen van plannen en het spelen van meer strategische zetten. Maar ook de tactische zetten worden bij dit denken vanuit het bord vaak eenvoudiger.
Ook de kleuren van de velden, het zien van diagonalen, rijen, lijnen en cirkels en vooral de snijpunten hiertussen maken het vaak veel eenvoudiger om de tactische mogelijkheden in een schaakstelling te doorzien.

Als voorbeeld in het eindspel is er de oppositie. Bijna iedereen hier zal de oppositie tussen twee koningen wel kennen. Hierbij bevinden de koningen zich op dezelfde lijn met 1 veld ertussen. Behalve deze meest bekende vorm is er nog de verre oppositie, waarbij er 3 of 5 velden tussen de twee koningen zijn. De koningen kunnen elkaar ook horizontaal tegenhouden met de horizontale oppositie. En dan zijn er ook nog de diagonale en de virtuele oppositie, waarbij deze laatste twee een soort van samenstelling van de verticale en horizontale oppositie vormen. Al met al een heel getel.
In plaats van te tellen kan ook naar de rechthoek op het bord worden gekeken zoals deze door de twee koningen wordt opgespannen. Als alle hoekvelden dezelfde kleur hebben dan is er sprake van oppositie en anders niet. Dat lijkt toch wel een heel stuk eenvoudiger.

Geen opmerkingen: