maandag 23 oktober 2006

Franse ruilvariant met 4.Pf3









5. ... c6!

1. e4 e6 2. d4 d5 3. exd5 exd5 4. Pf3 Ld6 5. c4

(5. Ld3 Pe7 6. O-O Lg4 7. Te1 Pbc6 8. c3 Dd7 9. Pbd2 O-O-O 10. b4 Pg6 is beter voor zwart.)

5... c6! De stelling van zwart wordt hier als erg sterk beschouwd.

6. Pc3 Pe7 (Dit is een meer flexibele variant dan het belangrijkste alternatief 6... Pf6 )

7. Ld3 dxc4 8. Lxc4 O-O 9. O-O Pd7 10. Lg5 Pb6 11. Lb3 Kh8 12. Lh4 f6 13. Pe4 Lg4 14. h3 Lh5 met gelijke kansen.

Als voorbeeld nemen we de in januari 2004 in Gotenborg voor de Excelsior Cup gespeelde partij tussen V. Meijers (2499) en J. Hultin (2300)

1.e4 e6 2.d4 d5 3.exd5 exd5 4.Pf3 Ld6 5.c4 c6 6.Pc3 Pe7 7.Le3 dxc4 8.Lxc4 O-O 9.O-O Pd7 10.Lb3 Pb6 11.Lg5 Kh8 12.Lh4 f6 13.Pe4 Lg4 14.h3 Lh5
15. Pc5 Db8 16. a4 a5 17. Te1 Te8 18. Le6 Ped5 19. Db3 Dc7 20. Pd2 Lf7 21. Lxf7 Dxf7 22. Pde4 Lf8 23. Lg3 Tad8 24. Pc3 Kg8 25. Pxd5 Lxc5 26. Txe8+ Txe8 27. Pxf6+ gxf6 28. Dxf7+ Kxf7 29. dxc5 Pc4 30. b4 axb4 31. Tb1 Pd2 32. Td1 Te2 33. Lf4 Pe4 34. Td7+ Kg6 35. Txb7 Txf2 36. Txb4 Txf4 37. a5 Pc3 38. Tb6 Pe2+ 39. Kh2 Ta4 40. Txc6 Txa5 41. Tc8 Pc3 42. c6 Tc5 43. g4 Pd5 44. Tg8+ Kf7 45. Th8 Kg7 46. Td8 Pe7 47. Td7 Kf7 48. h4 Txc6 49. Td3 h6 50. Kg3 Tc4 51. Ta3 Pc6 52. Ta8 Tc3+ 53. Kf4 Tc4+ 54. Kg3 h5 55. gxh5 Pe7 56. Ta7 f5 57. Ta5 Kf6 58. Ta6+ Ke5 59. Ta5+ Pd5 60. Ta8 Tg4+ 61. Kf3 Txh4 62. Th8 Th3+ 63. Kg2 Pf4+ 64. Kf2 Txh5 65. Ta8 Th2+ 66. Kf3 Th3+ 67. Kf2 Tb3 68. Ta4 Pe6 69. Kg2 Pd4 70. Kf2 f4 0-1

Stelling


Op ChessCafe is veel schaakmateriaal te vinden, zoals bijvoorbeeld deze eindspelstudies.
Zo ook de volgende stelling.

Probeer maar eens (als wit) te winnen.
De stukken kunnen verzet worden met de muis.
Zodra je de goede zet gevonden hebt (of na drie foute pogingen) verschijnt de volledige oplossing rechts van het bord in beeld.








???

1.Ta6 Kxh1 2.Ta2 h2

(Na 2...g5 volgt 3.Ke4 g4 4.Kf4 )

3.Ke4 Kg1 4.Kf3

( En niet 4.Kf4? g5+ 5.Kg3 h1=P+ 6.Kf3 g4+ 7.Kxg4 Pf2+ remise )

4...h1=D+ 5.Kg3 en wit wint.

zondag 22 oktober 2006

Milner-Barry









5. Pf3

De Nimzo-Indische verdediging gekarakteriseerd door de zetten

1.d4 (of 1.c4 e6 2.Pc3 Pf6 3.d4 Lb4) Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 Lb4 komt via de zetten 4.Dc2 Pc6 terecht in de Milner-Barry variatie, vrijwel altijd gevolgd door 5.Pf3

Zwart geeft hierbij de zwarte loper op, maar plaatst zijn centrale pionnen op d6 en e5 zodat zijn andere loper sterk wordt. Op een bepaald moment zal wit vaak Ld2 spelen, zodat als zwart het paard slaat teruggeslagen kan worden met deze loper.

Tegenwoordig wordt 4...Pc6 minder gespeeld, omdat de meeste spelers liever hun c-pion niet blokkeren en ontstaat deze variant vaker uit de transpositie van de Black Knights Tango, bijvoorbeeld door
1.d4 Nf6 2.c4 Pc6 3.Pf3 e6 4.Pc3 Lb4 5.Dc2

Een typisch voorbeeld is de partij tussen Tondivar en Van den Doel (leeuwarden, 2004)

1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 Lb4 4.Dc2 Pc6 5.Pf3
5...d6 6.Ld2 O-O 7.a3 Lxc3 8.Lxc3 Te8 9.e3 e5 10.d5 Pe7 11.e4 Ph5 12.g3 f5 13.Pd2 Tf8 14.Lg2 f4 15.O-O-O fxg3 16.fxg3 Lg4 17.Tdf1 Dd7 18.Pf3 h6 19.Dd3 Lh3 20.Thg1 Tf6 21.De2 Dg4 22.Lxh3 Dxh3 23.Pd2 Taf8 24.Txf6 Pxf6 25.Tf1 Pg6 26.Tf2 Ph8 27.Df1 Dg4 28.De2 Pf7 29.Dxg4 Pxg4 30.Te2 Pg5 31.Kd1 Ph3 32.Ke1 Kh7 33.Pf1 Kg6 34.Pe3 Pxe3 35.Txe3 Pg1 36.h4 Kh5 37.c5 dxc5 38.Td3 Pf3+ 39.Ke2 Pd4+ 40.Lxd4 cxd4 41.Td1 Kg4 42.Tg1 Tf7 0-1

zaterdag 21 oktober 2006

Stelling











Een probleem van de week, zoals dat op Chessville te vinden is.


vrijdag 20 oktober 2006

Franse doorschuifvariant


Door de pion in het centrum direct door te schuiven krijgt wit meer ruimte in zowel het centrum als op de koningsvleugel. Hierdoor kan zwart de koningsvleugel moeilijker ontwikkelen en creeert wit hier mogelijkheden voor een stukkenaanval of een pionnenopmars.

Het succes hiervan is afhankelijk van de mate waarop het wit zal lukken dit wat overmoedige centrum, en vooral de basis bij d4, te handhaven. Zwart zal dit zowel met de meeste van zijn stukken als zetten zoals ...c5 en ...f6 proberen te ondermijnen. En hoewel het zwart meestal niet zal lukken dit centrum volledig te verwoesten, blijkt het vaak al voldoende om genoeg druk op d4 en e5 uit te oefenen om de witte stukken in verdedigende posities te dwingen.

Door de gesloten structuur is het voor wit moeilijk om zwakke plekken in de zwarte stelling te vinden die gemakkelijk aangevallen kunnen worden en richting eindspel heeft zwart vaak het voordeel vanwege het zwakke d4 en het feit dat zwart meestal controle over de c-lijn heeft.








5. Pf3

1.e4 e6 2.d4 d5 3.e5 c5

Wit kan nu behalve
4.c3 ook 4.Dg4, 4.dxc5 of 4.Pf3 spelen, maar we beperken ons nu even tot deze hoofdvariant, zeker omdat deze in meer dan 90% van de gevallen wordt gespeeld.

4.c3 Pc6 5.Pf3

Nu heeft zwart de belangrijke keuze tussen
5...Db6 6.a3 (de hoofdvariant) of het uitstellen van deze zet met 5...Ld7, in de jaren 70 door Viktor Korchnoi nieuw leven ingeblazen, en nu een van de hoofdvarianten. Zwart doet een zinnige ontwikkelingszet en wacht even af tot het plan van wit duidelijker wordt. Het voordeel van dit uitstel wordt vooral duidelijk als wit vervolgt met 6.a3. Het gebruikelijke plan van zwart is hier een manoevre Pge7-c8-b6, zodat een dame op b6 alleen maar in de weg zou staan. Het antwoord 6...Db6 op 6.a3 is verder ongeschikt, omdat de dame dan waarschijnlijk naar d8 of c7 terug moet trekken.

Als wit na
Ld7 6.Le2 speelt heeft zwart de keuze uit 6...Pge7 en het in de tweede editie van Play the French gesuggereerde 6...f6, waarin John Watson aangeeft dat dit kan vanwege de passieve loper op e2. Toch lijkt tegenwoordig 6...Pge7 in aanzien te winnen.

5...Ld7 6.Le2 Pge7

Nu heeft wit de keuze uit
7.Pa3 en 7.O-O.

Na
7.Pa3 is het meest logische vervolg 7...cxd4 8.cxd4 Pf5 9.Pc2 Db6 10.O-O a5 wat positief voor zwart lijkt uit te pakken, maar de laatstgenoemde zet is essentieel al is 10...Pa5 hier een alternatief.

Na
7.O-O moet zwart uitkijken. De onmiddelijke ruil op d4 lijkt wit het initiatief op te leveren, maar tactische zetten zoals 7...Pf5 en 7...Pg6 maken het wit erg moeilijk:

7.O-O Pg6 8.g3 f6 9.Ld3 cxd4 10.cxd4 Pb4 11.exf6 gxf6 12.Le2 Lg7 13.Pc3 O-O


donderdag 19 oktober 2006

Stelling


Wit speelt en wint.









Dit keer een stap 7 stelling van de site van de stappenmethode. Vrijwel elke week zijn hier nieuwe opgaves t/m stap 8 te vinden.

woensdag 18 oktober 2006

Stelling


Wit speelt en wint.











Een redelijk lastige opgave. Merk op dat het na 1. Kg3 Kh1, 2. Txg2 pat is. Kom je er echt niet uit dan is het antwoord als reactie op dit bericht te vinden.

Franse ruilvariant met 4.Ld3 Ld6










Franse ruilvariant met 4.Ld3 Ld6

In de ruilvariant van het Frans is 4.Ld3 nog steeds een van de meestgespeelde zetten, maar is zeker niet onaangenaam voor zwart.

Wat betreft de rokade aan de andere zijde lijkt het er op dat het spel op de koningsvleugel over het algemeen voorspoediger verloopt dan de tegenaanval op de damevleugel.

Overigens wordt in deze variant ook door zwart vaak kort gerokeerd, soms uitmondend in zeer interessante partijen.

Op het bordje boven staat de stelling na 1.e4 e6 2.d4 d5 3.exd4 exd4 4.Ld3 Ld6 5.Pf3 Pe7








11. ... O-O

1.e4 e6 2.d4 d5 3.exd4 exd4 4.Ld3 Ld6 5.Pf3 Pe7

Na
6.Lg5 heeft zwart verschillende mogelijkheden, waaronder 6...f6, meestal gevolgd door 7.Lh4 Lg4 8.Pbd2 Pbc6 9.c3 Dd7 10.Dc2 Lf5 11.O-O-O O-O

Na
6.O-O Lg4 7.Lg5 krijgen we een stelling die ook regelmatig via een andere zettenvolgorde op het bord komt en waarop zwart meestal 7...Pbc6 en soms 7...f6 speelt.
Na
7...Pbc6 8.c3 kan zwart weer kiezen uit 8...f6 of 8...Dd7.


Illustratief voor een mogelijk vervolg is de in juli 2002 in Korinthos gespeelde partij tussen A. Zozulia [2309] en Dejan Antic [2496]

1.e4 e6 2.d4 d5 3.exd5 exd5 4.Pf3 Pc6 5.Ld3 Ld6 6.O-O Pge7 7.c3 Lg4 8.Lg5
8...Dd7 9.Pbd2 O-O-O 10.Lh4 Tde8 11.Lg3 Pg6 12.Lxd6 Dxd6 13.Dc2 Df6 14.Tfe1 Pf4 15.Txe8+ Txe8 16.Te1 Txe1+ 17.Pxe1 h5 18.Pdf3 h4 19.h3 Lh5 20.Kh2 g5 21.g3 Pxd3 22.Dxd3 hxg3+ 23.fxg3 De6 24.Pg2 f6 25.g4 Le8 26.Pe3 Pe7 27.Pf5 Kd8 28.De3 De4 29.Dxe4 dxe4 30.Pxe7 Kxe7 31.Pe1 Lf7 32.b3 Kd6 33.Pc2 c5 34.Kg3 cxd4 35.Pxd4 Ke5 36.Kf2 Le8 37.Ke3 Ld7 38.c4 a5 39.a3 Lc8 40.b4 a4 41.Pb5 Le6 42.c5 Lc4 43.Pc3 Lf1 44.Pxe4 Lxh3 45.Pd6 Lxg4 46.Pxb7 f5 47.b5 f4+ 48.Kf2 Le6 49.b6 g4 50.Pd6 g3+ 51.Ke1 f3 52.b7 f2+ 53.Kd2 f1=D 54.b8=D Df2+ 55.Kc3 Dd4+ 56.Kc2 Lb3+ 0-1

maandag 16 oktober 2006

De ruilvariant van het Frans



1.e4 e6 2.d4 d5 3.exd4 exd5









De ruilvariant van het Frans heeft de naam remiseachtige partijen op te leveren, maar is eigenijk alleen maar remise als beide spelers hier genoegen mee nemen. Hoewel wit het voordeel van de extra zet heeft is het vaak zwart die in staat is de symmetrie te doorbreken en de partij te compliceren.

De belangrijkste voortzettingen zijn: 4.Ld3, 4.c4, 4.Pf3, 4.Df3 en 4.Lf4, waarvan de laatste twee weinig gespeeld worden.

De sterkere speler zal de symmetrie proberen te doorbreken door aan de andere kant te rokeren. Hieruit volgen vaak partijen, waarbij aan beide kanten de pionnen de koningsvleugel bestormen. In het algemeen moeten beide spelers zich niet bezighouden met het plaatsen van een toren op de open e-lijn, omdat de invalspunten in het vijandelijke kamp over het algemeen oververdedigd zijn. Vandaar dat het beter is de tijd te besteden aan actief spel op een van de vleugels.

Een standaardmanier voor zwart om van de slechte loper af te komen is om deze te ruilen met ...Lf5, vaak ondersteund door een paard op e7 en, indien nodig, een dame op d7. Zwart kan iets soortgelijks doen met Lf4.

Een vroege ontwikkeling van wit's dame naar f3 of h5 kan effectief zijn als het paard al gekozen heeft voor e7, omdat het dan niet meer naar f6 kan gaan om zetten zoals ...Lg4 te ondersteunen en de dame op te jagen. De witte dame oefent dan een vervelende druk uit op de lichte velden van de koningsvleugel (d5, f5, f7 en h7).
Zwart kan natuurlijk iets dergelijks doen met ...Df6 of ...Dh4.

Een ander plan voor zwart bestaat uit het vooruitschuiven van de c-pion naar c4, waardoor een ruimtevoordeel op de damevleugel ontstaat. De normale reactie hierop van wit is een onmiddelijk b2-b3, waarna zwart kan kiezen om de spanning te handhaven met b5 of op te heffen met cxb3. In beide gevallen kunnen strategisch complexe stellingen ontstaan vanwege de verzwakte donkere velden of de hangende pionnen op de damevleugel.