Van de elementaire matzettingen is het matzetten met twee lopers moeilijker dan het matzetten met de toren, maar wel weer eenvoudiger dan het matzetten met loper en paard.
We beginnen maar weer een keer vanuit een van de moeilijkste stellingen, waarbij we bovendien een loper moeten verplaatsen omdat hij anders geslagen wordt.
| ![]() | |
2 lopers |
1.Lb4 Kd4 2.Kb7 Ke3 3.Lb5 en nu staan de lopers zodanig dat de zwarte koning ze niet meer kan benaderen en opgesloten zit in een grote driehoek. Kd4 4.Kb6 Kd5
( 4...Ke4 5.Kc5 Ke5 6.Lc6 Ke6 7.Kd4 Kf6 8.Ld7 Kg5 9.Ke5 is niet veel anders.)
5.Lc3 Ke4 6.Kc5 Ke3 7.Kd5 Kf4 8.Ld2+ Kf3 9.Ld3 en de driehoek is een stuk kleiner geworden. Kf2 10.Ke4 Kg3 11.Le3 Kg4 12.Lf4
(Niet het snelst, maar waarschijnlijk eenvoudiger te doorzien is 12.Le2+ omdat dit de methode van de steeds kleiner wordende driehoeken beter volgt. 12...Kg3 13.Kf5 Kh3 14.Lf3 Kg3 15.Ke4 Kh3 16.Lf4 en de zwarte koning zit nu gevangen tussen h3 en h3. 16...Kh4 17.Ke3 Kh3 18.Kf2 Kh4 En nu gaan we de loper opzij zetten, zodat de zwarte koning naar h2 kan. 19.Le2 Kh3 En nemen h4 af met: 20.Lg5 Kh2 21.Lf1 Kh1 22.Lg2+ Kh2 23.Lf4# )
12...Kh4 13.Le2 Kh3 14.Kf3 Kh4 15.Kf2 zodat we mat kunnen gaan zetten op h2. 15...Kh3 16.Lg5 Kh2 17.Lf1 Kh1 18.Lg2+ Kh2 19.Lf4# 1-0
Geen opmerkingen:
Een reactie posten