zondag 4 februari 2007

Tactiek en strategie


Bij schaken gaat het om zowel de tactiek als de strategie, maar wat is nu precies het verschil?

Tactiek gaat bij het schaken over de combinaties van zetten of manoeuvres met als doel een materieel overwicht te krijgen, terwijl strategie zich richt op het verkrijgen van een betere stelling.
Tactiek begint dus al bij het eenvoudige slaan, maar omvat ook alles wat zich hierop richt zoals bijvoorbeeld de voordelige ruil en de dubbele aanval. Strategie kijkt meer neer de statische eigenschappen zoals het pionnenstructuur en de plaats van de koningen op het bord.
Tactiek richt zich dus ook meer op de korte termijn, terwijl strategie zich op de langere termijn richt. Door een aantal strategisch goede zetten krijg je het uiteindelijk voor elkaar dat de tactische schermutselingen die later plaats gaan vinden in je voordeel uitpakken.

Een speler heef dus altijd de kennis van tactiek nodig, zelfs als hij voornamelijk strategisch speelt. Hij moet namelijk de tactische mogelijkheden die hierdoor op termijn ontstaan wel herkennen.
Dit maakt het ook duidelijk waarom we in de schaaklessen eerst wat van tactiek moeten leren voordat we ons op de strategie kunnen richten. Maar kennis van die strategische aspecten is wel nodig, omdat het zich voordoen van tactische mogelijkheden niet geheel aan het toeval kan worden overgelaten. Het maken van een plan op basis van de kenmerken van de huidige stelling blijkt uiteindelijk vaak bepalend te zijn voor de uitslag van de partij.

Bij beginnende spelers speelt de schaakstrategie nog niet zo'n grote rol. In eerste instantie gaat het hier vooral om de tactische zaken, te beginnen bij 'Sla een ongedekt stuk' en het zorgen dat je zelf je stukken niet laat slaan.

Geen opmerkingen: